John van Zuijlen.nl

Archief voor de auteur

Een muis die brulde

Als weggebruiker kom je heel wat ongerief tegen in het verkeer: drempels, rare bochtjes, teveel stoplichten, om de haverklap rotonde, medeweggebruikers en in Oss nu ook, ovale drempels, zomaar net voor een stoplicht, midden op de rijbaan waar je gewoonlijk lekker gas kunt geven om nog net even het stoplicht te halen. Wie niet genoeg afremt wordt ‘behoorlijk door elkaar geschut’ als hij erover heen sjeest. Dus wat doet iedereen? Juist, afremmen. Er is in de Osse gemeenteraad een ‘kleine oppositiepartij’(1 zetel), die wil die dingen onmiddellijk weg hebben. Al dat afremmen, veroorzaakt alleen maar files, weten de deskundigen van dit partijtje dat in Oss voor zichzelf begonnen is en na een afsplitsing van Forum voor Democratie onderdak vond bij JA 21.

Maar waarom zijn al de obstakels eigenlijk uitgevonden? Welk probleem ter plaatse moesten zij eigenlijk bestrijden? Welk alternatief dragen de verongelijkte doorrijders aan, die niet voor niets Dynamisch Democratisch Oss heten? Geen woord daarover. Ja, eventueel een ‘gewoon’ drempeltje waar je met maar liefst 30 km. per uur overheen kan vliegen.
Van de dynamische opposanten die ook al tegen opvang van asielzoekers zijn en tegen windmolens, moet Oss het hebben. En natuurlijk al die autobezitters met een deuk in de knalpijp omdat ze zich nog even snel over die hobbels wilden lanceren, op weg naar de andere kant van het kruispunt.


Armoedig

Als leerlingen op school een verslag moeten inleveren, blijkt er niet zelden meer aandacht besteed aan het titelblad dan aan de inhoud, De goeden niet ten aangesproken natuurlijk.
Als een politicus of bestuurder voor het oog van de camera een rapport aangereikt krijgt, zit het met de voorkant ook wel goed. Maar ook hier kan de kaft de vlag op de modderschuit zijn.

Toen Kamervoorzitter Bosman het verslag van informateur Plasterk overhandigd kreeg, bleek het documentje in een witte A4-enveloppe verstopt te zijn. De enveloppe bleef dicht, dus Joost mag weten wat de formateur erin gestopt had. Het origineel zat ongetwijfeld ‘gewoon’ in ieders mailbox. Die armetierige enveloppe, zonder logo en een eenregelige, scheef geschreven geadresseerde, staat daarmee symbool voor het ‘eremoeiig’ gedoe van de drie partijleiders die vooral hun energie staken in geveinsde verbazing over de Grote afwezige Schuldige. Haags volkstoneel anno nu.

Met de heilige Valentijn is het goed zakendoen

Aan heiligen geen gebrek in de katholieke kerk. Zelfs na de kaalslag tijdens het Tweede Vaticaans Concilie toen er na 1965 maar liefs tienduizend van dubieuze statuur, meestal uit de derde eeuw, van hun heiligdom werden beroofd. Gelukkig zijn er altijd nog dik vijfduizend over.

Over de heiligheid van de vooral uitzonderlijk rechtschapen gelovigen uit de derde eeuw na Christus, bestond al langere tijd gerede twijfel. Brave lieden ongetwijfeld en diep gelovig maar ooit al te gemakkelijk door overlevering van een aureool voorzien. Met sterke verhalen word je niet heilig; harde bewijzen, daar gaat het om.

Dat we nu toch nog zitten met een heiige uit de derde eeuw die zijn status dankt aan tal van verzinsels is even opmerkelijk als onschadelijk. Het betreft de Romeinse priester Valentijn die in het jaar 269, op 14 februari, ter dood werd gebracht omdat hij ondanks het verbod van keizer Claudius II, vrijgezelle soldaten trouwde vóór ze naar het slagveld gingen. Liefde overwint alles, moet hij gedacht hebben, maar dat kostte hem wel zijn kop. Althans als de overlevering klopt.

Dat er nog drie of vier heilige Valentijns waren die in de derde, vierde en vijfde eeuw na Christus om hun geloof doodgemarteld werden, laten we als luxeprobleem maar even buiten beschouwing. Tot in de jaren vijftig maakte Nederland zich trouwens om geen enkele Valentijn druk. Maar toen kreeg de commercie vat op die ene in het buitenland al wel vereerde sint. Niet om redenen van geloof maar om geld. Met Valentijn bleek geld te verdienen. Als heilige van de liefde maakten kaartverkopers, chocoladefabrikanten en bloementelers zich van hem meester, met zelfs de toegevoegde legende van de Nederlandse bloemenverkopers dat Valentijn destijds in Rome bloemen uitdeelde.

Wie dit alles gelooft, begeve zich als weldoener voor een liefdevolle wens naar de kaartenstandaard, de bloemenstal of de chocolaterie. Met dank alsnog aan keizer Claudius II en de slimme middenstand.

Het was me het weekje wel

Een greep uit het nieuws uit Oss en omgeving van een afgelopen week.

Toen iemand honderd jaar geleden het idee opperde om de lagere scholen van Megen, Haren en Macharen, samen te voegen tot één ‘modelschool’ in Megen, vielen halve dorpen over hem heen. Maar de wijsheid is met de jaren gekomen, want het plan is weer afgestoft. Drie jaar geleden al zoals deze week bleek. Afwachten wat het dit keer wordt.

Een mooi toeval was dat de opening van een nieuwe stoffenwinkel in Oss samenviel met het nieuwe kleedje waarin Maria werd gehesen in de Grote Kerk. Ze stond er na ruim anderhalve eeuw in hetzelfde manteltje, van weliswaar brokaat en gouddraad, zwaar vervuild en versleten bij, vonden pastoor Kersenmakers en modeontwerpster Rianne van der Steen. Dus ging Maria in het nieuw. Mooi op tijd voor Maria Lichtmis, een feestdag die inmiddels iedereen vergeten is. Katholiek Oss had even bij stil moeten staan hoe Maria een paar duizend jaar geleden, natuurlijk in haar beste goed, naar de tempel toog om haar veertig dagen oude zoon ‘aan te bieden’ en ‘vrij te kopen’  van zonden. Daarvoor moest de priester die de reiniging sanctioneerde wel betaald worden. Niets voor niets, toen al.

Kerkelijk nieuws ook uit Ravenstein waar een pastoor in een openbare biecht door het stof ging en spijt betuigde voor de ‘grote fouten’ die kerkbestuurders jarenlang maakten inzake de Luciakerk die ze tegen de wil van de bevolking sloten, verwaarloosden en ontmantelden. De pastoor komt er natuurlijk niet af met de veelvuldig uitgesproken absolutie van één Onze Vader en drie Weesgegroetjes. De inwoners van Ravenstein beraden zich nog. Een pastoor door het stof, dat is nog eens iets anders dan een kleedje onder het stof. Dat mocht wel in de krant.

En dan de krant zelf. Na honderd jaar geen historische rubriek meer nu de veertig jaar lopende rubriek van John van Zuijlen geschrapt is. En nu na honderdveertig jaar geen redactiekantoor meer in Oss. Het was me het weekje wel.

4 februari 2024

Bedenkelijk vermaak voor Osse mannen en vrouwen

Wie in Oss de kermis wil afschaffen, jaagt velen tegen zich in het harnas, niet in de laatste plaats de kroegbazen. Dan is het goed dat het gemeentehuis tegen bestorming beveiligd is. Met het afschaffen van volksvermaak moet je altijd voorzichtig zijn. Dat bewijzen de rellen in Den Haag en Scheveningen nadat de zo gekoesterde vreugdevuren werden verboden. Twee gekoesterde tradities werden lang geleden in Oss afgeschaft, en ook nog zonder dat er rellen uitbraken. Het ging om bedenkelijk volksvermaak: één bezigheid voor mannen, één voor vrouwen.

Voor de mannen, of liever gezegd voor de jongere leden van de schutterij, was er het ‘gansrijden’. Dat vond onder grote belangstelling, traditioneel plaats op Vastenavond-maandag. Dan werd er een speciaal vetgemeste gans aan de poten opgehangen aan een touw dat over de weg was gespannen. De deelnemers aan dit vermaak reden vervolgens te paard in volle galop onder het beest door en probeerden het dier dan de kop af te rukken. Dat viel niet mee want de kop was ingesmeerd met vet of zeep. Bij dit vermaak werd behoorlijk gedronken en regelmatig gevochten. Er was ook een wedstrijd voor jongens van 12 tot 17 jaar; zij legden het parcours af ‘op een stokpaardje’.

De schepenen van Oss bezagen dit volksfeest met gemengde gevoelens maar konden het niet verbieden. In februari 1757 zagen ze toch hun kans schoon. Om de losbandige vastenavondfeesten aan banden te leggen, hadden de Staten Generaal een algemene biddag afgekondigd. De Osse schepenen waren verplicht die in te voeren maar vonden dat het geen pas gaf om meteen na de biddag een evenement toe te laten waarbij onder veel gezuip, voor de lol een gans de kop werd afgerukt. Dus kwam er een verbod. De voormannen van de schutterij werden ontboden en kregen te horen dat overtreders zwaar gestraft zouden worden.

En dan de vrouwen. Zij vermaakten zich met enige regelmaat met het voor een ploeg spannen van overspelige echtgenoten of mannen die hun vrouw mishandelden. Een ‘vermaak’ dat vooral een volksgericht was. De betreurenswaardige kerels moesten dan een stuk straat of tuin omploegen. Dat liep in Oss op 2 maart 1765 volledig uit de hand. De tabakskoopman Jan van Es werd nagezeten door een groep voor eigen rechter spelende vrouwen. Hij verschanste zich in zijn huis en vluchtte naar de zolder. Om de menigte voor de deur te verjagen schoot hij met zijn pistool. Daarbij verwondde hij zijn invalide buurmeisje. Hij moest zich voor het gerecht verantwoorden. Toen bleek dat er bij hem thuis niet alleen vaak echtelijke ruzies waren maar ook dat hij onwettige kinderen had en een strafblad met dronkenschap en agressief gedrag. Hij had beter een tuintje kunnen omploegen dan voor het gerecht verschijnen.

Als overgebleven volksvermaak waren er gelukkig nog de kermis en de Vastenavond. Maar ook die kwam onder vuur te liggen van fatsoensrakkers en kerkelijke autoriteiten. Daarover later.

Eerder gepubliceerd in Brabants Dagblad ed. Oss, 10 december 2019

Fatale termijnen

In 2030 moet de stikstofuitstoot met 50% gedaald zijn. Vanaf 2035 mogen er alleen nog elektrische auto’s in de showroom staan. In 2040 moet er een eerst rookvrije generatie rondlopen.
De boeren zien de streefdatum niet zitten en willen uitstel. Het elektrische autodoel wordt alleen gehaald als de autolobby het wil. En aangezien nu nog 30% van de jongeren rookt, wordt het ook niks met het rookvrije einddoel. De weinige echte harde data in ons land zijn vermoedelijk die van de Belastingdienst (opgave in leveren voor 1 mei) en het Justitieel Incassobureau (betalen binnen een maand). Maar beide instanties hebben betalingsregelingen en uitstelprocedures. Toch ga je hoe dan ook ooit voor de bijl. Dat hangt de landbouwsector eveneens boven het hoofd.
Maar als perspectiefminister Staghouwer nou de streefdatum had afgeschaft en minister Van der Wal het stiekem zo had geregeld dat er per ultimo 31 december 2030 toch de helft minder stikstof door de boerenbedrijven werd uitgestoten? Dan stond het niet in een wet of op een kaartje (boeren blij), maar dan we deden het toch (kabinet blij). Past wel in de Nederlandse mentaliteit van ‘eigenlijk mag het niet, maar het is wel fijn als we het toch doen’. Zo ongeveer immaterieel erfgoed.

Wie wil daar nou wonen?

Als je tot afgrijzen van vrijwel de gehele wereld een nieuw dorpje wil stichten voor land- en ideolgiegenoten  in een illegaal verkregen gebied, en je noemt dat oord voor medefanaten naar Donald Trump, geef je dan niet impliciet toe dat je met die ‘Trump Hights’ lelijk kleur bekent? Althans voor vrijwel de gehele wereld? Het zal Israël een zorg zijn.
Wie weet is er op de Krim of in de Donbas een plek genoemd naar Poetin. Zou zo maar kunnen.
Maar vermoedelijk zijn deze vernoemingen een kwestie van tijd. Bij inkeer zijn immers zelfs Leningrad en Stalingrad omgedoopt. Bij ons zijn we Van Heutz al kwijt en staat Jan Pieterszoon Coen al met een been buiten. God is al verdwenen uit Jorwerd, dus alles is mogelijk. Maar we zitten nog wel met Willemstad, Anna Palowna, Wilhelminadorp, Julianadorp en Oranjestad. Een namencrisis kan er nog wel bij.


Laat de Paus in godsnaam te hulp schieten

Als Rutte een kerel is, zet hij Wopke Hoekstra onmiddellijk op straat. Of hij verbant hem naar het buitenland. Mona Keijzer werd vorig jaar om minder terug naar Volendam gestuurd. Maar Rutte is alleen flink als het hem uitkomt, vrees ik, als hij er zelf geen last mee krijgt.
Hoekstra (bang voor de boerenkiezer) vindt het jaar 2030 voor de stikstofdoelen niet meer ’heilig’. Misschien kan de Paus hier ingrijpen. De katholieke kerk roept iedere vijftig jaar een heilig jaar uit. Als Franciscus een vent is, doet hij voor 2030 een tussenjaartje. Beetje extra piëteit kan voor de kerk van Rome toch geen kwaad. Scheelt misschien weer een paar excuses.

Tydingen die belang hebben: 250 jaar nieuws wat er toe doet

Pagina uit het BD met foto van boekaanbieding Tydingen die belang hebben, boek vastgehouden door auteur en hoofdredacteur

Op 2 juli 1771 verscheen in Den Bosch de allereerste Brabantse krant. ‘Wij hebben de eer het publicq te adverteren…’. Met deze woorden begint 250 jaar geleden de roerige geschiedenis van het Brabants dagblad. Mijn boek daarover, uitgegeven door uitgeverij WBOOKS, is op 25 november gepresenteerd.

Het Brabants Dagblad schrijft op 27 november:
‘De kroniek van die 250 jaar oude ‘warwinkel’ levert een tjokvol boek op. Van Zuijlen neemt zijn lezers mee door de wereldgeschiedenis die sinds 1771 ook in al die Brabantse kranten belandde, van het uitroepen van de Bataafse Republiek tot de Tweede Wereldoorlog. In al die ‘totaal verschillende kranten’ ontdekte hij één belangrijke constante: de behoefte om relevant nieuws te brengen. ‘Tydingen die belang hebben’, zoals de eerste Bossche krantenuitgevers Christian August Vieweg en Lambert Jan Bresser het in 1771 formuleerden. Geen ‘beuzelingen’ en al helemaal geen ‘abusive tydingen’. Kranten zijn er om betrouwbaar nieuws te brengen waar de lezers wat aan hebben: dat ideaal is ook 250 jaar later nog de basis voor het verdienmodel van deze en andere kranten.


Lezersbinding
De onderlinge concurrentie tussen dagbladen was groot en daarmee ook de strijd om de lezer. Door veelvuldig het belang van de lezer voorop te stellen, wist het Brabants Dagblad een trouw publiek aan zich te binden. Met regionaal nieuws, puzzels, een exclusieve sportkrant en vaste rubrieken ontstond gaandeweg een moderne krant. De krant kent een verleden vol met strijdbare redacteuren die van zich lieten horen in het politieke debat en zich door overheid of kerk niet lieten voorschrijven hoe zij hun werk moesten doen. Onafhankelijke journalistiek bedrijven bleef ook tijdens de Duitse bezetting de ambitie van de krantenmakers.


Monument
Historicus John van Zuijlen bladert in zijn boek 250 jaar terug in de tijd. Zo ontvouwt zich het fascinerende verleden door de ogen van de krant. De vele afbeeldingen uit de opmerkelijke bestaansgeschiedenis van het Brabants Dagblad maken dit boek tot een prachtig monument voor deze spiegel van de samenleving’.

bestellen via de site van WBOOKs of in de boekhandel

Eindelijk weer een wonder

Er gebeuren in Nederland zelden wonderen, behalve in de katholieke kerk. Op die paar mirakels die wél plaats vonden, moet je zuinig zijn. Eén is de wonderbaarlijke bekering van koning Willem II.

Die werd in 1848 in één nacht liberaal. ’s Avonds bij het tandenpoetsen nog blij met het tegeltje boven zijn bed van een bewonderde voorganger ‘l’état’ c’est moi’ ’s morgens bij het aantrekken van zijn pantoffels ineens ‘Anna, schat, ik denk dat ik lid word van de VVD’. En dankzij de liberalen en Thorbecke zat hij voortaan voor de show op de troon .Een gelaagde overlevingsstrategie want anders was hij er net als zijn Europese evenknieën uitgeknikkerd. Altijd op tijd op andere paarden wedden.
In onze tijd veranderde premier Mark Rutte in één nachtelijk debat plotseling in een vervend tegenstanders van alles wat hij tot dan toe in zijn politieke leven had bekonkeld. De macht moest voortaan naar het parlement. Dat had hij altijd al gevonden, herinnerde hij zich ineens. Willem II ging kunst verzamelen maar ging er nagenoeg failliet aan. Het koninklijk huis verkocht noodgedwongen bijna het hele spul. Na de bekering van Mark Rutte kan die wellicht ook ceremonieel verzamelaar worden; van achterhaalde ideeën. Die collectie kan dan later in de ramsj, of beter nog, aan de straat.