John van Zuijlen.nl

Archief voor de auteur

Bedenkelijk vermaak voor Osse mannen en vrouwen

Wie in Oss de kermis wil afschaffen, jaagt velen tegen zich in het harnas, niet in de laatste plaats de kroegbazen. Dan is het goed dat het gemeentehuis tegen bestorming beveiligd is. Met het afschaffen van volksvermaak moet je altijd voorzichtig zijn. Dat bewijzen de rellen in Den Haag en Scheveningen nadat de zo gekoesterde vreugdevuren werden verboden. Twee gekoesterde tradities werden lang geleden in Oss afgeschaft, en ook nog zonder dat er rellen uitbraken. Het ging om bedenkelijk volksvermaak: één bezigheid voor mannen, één voor vrouwen.

Voor de mannen, of liever gezegd voor de jongere leden van de schutterij, was er het ‘gansrijden’. Dat vond onder grote belangstelling, traditioneel plaats op Vastenavond-maandag. Dan werd er een speciaal vetgemeste gans aan de poten opgehangen aan een touw dat over de weg was gespannen. De deelnemers aan dit vermaak reden vervolgens te paard in volle galop onder het beest door en probeerden het dier dan de kop af te rukken. Dat viel niet mee want de kop was ingesmeerd met vet of zeep. Bij dit vermaak werd behoorlijk gedronken en regelmatig gevochten. Er was ook een wedstrijd voor jongens van 12 tot 17 jaar; zij legden het parcours af ‘op een stokpaardje’.

De schepenen van Oss bezagen dit volksfeest met gemengde gevoelens maar konden het niet verbieden. In februari 1757 zagen ze toch hun kans schoon. Om de losbandige vastenavondfeesten aan banden te leggen, hadden de Staten Generaal een algemene biddag afgekondigd. De Osse schepenen waren verplicht die in te voeren maar vonden dat het geen pas gaf om meteen na de biddag een evenement toe te laten waarbij onder veel gezuip, voor de lol een gans de kop werd afgerukt. Dus kwam er een verbod. De voormannen van de schutterij werden ontboden en kregen te horen dat overtreders zwaar gestraft zouden worden.

En dan de vrouwen. Zij vermaakten zich met enige regelmaat met het voor een ploeg spannen van overspelige echtgenoten of mannen die hun vrouw mishandelden. Een ‘vermaak’ dat vooral een volksgericht was. De betreurenswaardige kerels moesten dan een stuk straat of tuin omploegen. Dat liep in Oss op 2 maart 1765 volledig uit de hand. De tabakskoopman Jan van Es werd nagezeten door een groep voor eigen rechter spelende vrouwen. Hij verschanste zich in zijn huis en vluchtte naar de zolder. Om de menigte voor de deur te verjagen schoot hij met zijn pistool. Daarbij verwondde hij zijn invalide buurmeisje. Hij moest zich voor het gerecht verantwoorden. Toen bleek dat er bij hem thuis niet alleen vaak echtelijke ruzies waren maar ook dat hij onwettige kinderen had en een strafblad met dronkenschap en agressief gedrag. Hij had beter een tuintje kunnen omploegen dan voor het gerecht verschijnen.

Als overgebleven volksvermaak waren er gelukkig nog de kermis en de Vastenavond. Maar ook die kwam onder vuur te liggen van fatsoensrakkers en kerkelijke autoriteiten. Daarover later.

Eerder gepubliceerd in Brabants Dagblad ed. Oss, 10 december 2019

Fatale termijnen

In 2030 moet de stikstofuitstoot met 50% gedaald zijn. Vanaf 2035 mogen er alleen nog elektrische auto’s in de showroom staan. In 2040 moet er een eerst rookvrije generatie rondlopen.
De boeren zien de streefdatum niet zitten en willen uitstel. Het elektrische autodoel wordt alleen gehaald als de autolobby het wil. En aangezien nu nog 30% van de jongeren rookt, wordt het ook niks met het rookvrije einddoel. De weinige echte harde data in ons land zijn vermoedelijk die van de Belastingdienst (opgave in leveren voor 1 mei) en het Justitieel Incassobureau (betalen binnen een maand). Maar beide instanties hebben betalingsregelingen en uitstelprocedures. Toch ga je hoe dan ook ooit voor de bijl. Dat hangt de landbouwsector eveneens boven het hoofd.
Maar als perspectiefminister Staghouwer nou de streefdatum had afgeschaft en minister Van der Wal het stiekem zo had geregeld dat er per ultimo 31 december 2030 toch de helft minder stikstof door de boerenbedrijven werd uitgestoten? Dan stond het niet in een wet of op een kaartje (boeren blij), maar dan we deden het toch (kabinet blij). Past wel in de Nederlandse mentaliteit van ‘eigenlijk mag het niet, maar het is wel fijn als we het toch doen’. Zo ongeveer immaterieel erfgoed.

Wie wil daar nou wonen?

Als je tot afgrijzen van vrijwel de gehele wereld een nieuw dorpje wil stichten voor land- en ideolgiegenoten  in een illegaal verkregen gebied, en je noemt dat oord voor medefanaten naar Donald Trump, geef je dan niet impliciet toe dat je met die ‘Trump Hights’ lelijk kleur bekent? Althans voor vrijwel de gehele wereld? Het zal Israël een zorg zijn.
Wie weet is er op de Krim of in de Donbas een plek genoemd naar Poetin. Zou zo maar kunnen.
Maar vermoedelijk zijn deze vernoemingen een kwestie van tijd. Bij inkeer zijn immers zelfs Leningrad en Stalingrad omgedoopt. Bij ons zijn we Van Heutz al kwijt en staat Jan Pieterszoon Coen al met een been buiten. God is al verdwenen uit Jorwerd, dus alles is mogelijk. Maar we zitten nog wel met Willemstad, Anna Palowna, Wilhelminadorp, Julianadorp en Oranjestad. Een namencrisis kan er nog wel bij.


Laat de Paus in godsnaam te hulp schieten

Als Rutte een kerel is, zet hij Wopke Hoekstra onmiddellijk op straat. Of hij verbant hem naar het buitenland. Mona Keijzer werd vorig jaar om minder terug naar Volendam gestuurd. Maar Rutte is alleen flink als het hem uitkomt, vrees ik, als hij er zelf geen last mee krijgt.
Hoekstra (bang voor de boerenkiezer) vindt het jaar 2030 voor de stikstofdoelen niet meer ’heilig’. Misschien kan de Paus hier ingrijpen. De katholieke kerk roept iedere vijftig jaar een heilig jaar uit. Als Franciscus een vent is, doet hij voor 2030 een tussenjaartje. Beetje extra piëteit kan voor de kerk van Rome toch geen kwaad. Scheelt misschien weer een paar excuses.

Tydingen die belang hebben: 250 jaar nieuws wat er toe doet

Pagina uit het BD met foto van boekaanbieding Tydingen die belang hebben, boek vastgehouden door auteur en hoofdredacteur

Op 2 juli 1771 verscheen in Den Bosch de allereerste Brabantse krant. ‘Wij hebben de eer het publicq te adverteren…’. Met deze woorden begint 250 jaar geleden de roerige geschiedenis van het Brabants dagblad. Mijn boek daarover, uitgegeven door uitgeverij WBOOKS, is op 25 november gepresenteerd.

Het Brabants Dagblad schrijft op 27 november:
‘De kroniek van die 250 jaar oude ‘warwinkel’ levert een tjokvol boek op. Van Zuijlen neemt zijn lezers mee door de wereldgeschiedenis die sinds 1771 ook in al die Brabantse kranten belandde, van het uitroepen van de Bataafse Republiek tot de Tweede Wereldoorlog. In al die ‘totaal verschillende kranten’ ontdekte hij één belangrijke constante: de behoefte om relevant nieuws te brengen. ‘Tydingen die belang hebben’, zoals de eerste Bossche krantenuitgevers Christian August Vieweg en Lambert Jan Bresser het in 1771 formuleerden. Geen ‘beuzelingen’ en al helemaal geen ‘abusive tydingen’. Kranten zijn er om betrouwbaar nieuws te brengen waar de lezers wat aan hebben: dat ideaal is ook 250 jaar later nog de basis voor het verdienmodel van deze en andere kranten.


Lezersbinding
De onderlinge concurrentie tussen dagbladen was groot en daarmee ook de strijd om de lezer. Door veelvuldig het belang van de lezer voorop te stellen, wist het Brabants Dagblad een trouw publiek aan zich te binden. Met regionaal nieuws, puzzels, een exclusieve sportkrant en vaste rubrieken ontstond gaandeweg een moderne krant. De krant kent een verleden vol met strijdbare redacteuren die van zich lieten horen in het politieke debat en zich door overheid of kerk niet lieten voorschrijven hoe zij hun werk moesten doen. Onafhankelijke journalistiek bedrijven bleef ook tijdens de Duitse bezetting de ambitie van de krantenmakers.


Monument
Historicus John van Zuijlen bladert in zijn boek 250 jaar terug in de tijd. Zo ontvouwt zich het fascinerende verleden door de ogen van de krant. De vele afbeeldingen uit de opmerkelijke bestaansgeschiedenis van het Brabants Dagblad maken dit boek tot een prachtig monument voor deze spiegel van de samenleving’.

bestellen via de site van WBOOKs of in de boekhandel

Eindelijk weer een wonder

Er gebeuren in Nederland zelden wonderen, behalve in de katholieke kerk. Op die paar mirakels die wél plaats vonden, moet je zuinig zijn. Eén is de wonderbaarlijke bekering van koning Willem II.

Die werd in 1848 in één nacht liberaal. ’s Avonds bij het tandenpoetsen nog blij met het tegeltje boven zijn bed van een bewonderde voorganger ‘l’état’ c’est moi’ ’s morgens bij het aantrekken van zijn pantoffels ineens ‘Anna, schat, ik denk dat ik lid word van de VVD’. En dankzij de liberalen en Thorbecke zat hij voortaan voor de show op de troon .Een gelaagde overlevingsstrategie want anders was hij er net als zijn Europese evenknieën uitgeknikkerd. Altijd op tijd op andere paarden wedden.
In onze tijd veranderde premier Mark Rutte in één nachtelijk debat plotseling in een vervend tegenstanders van alles wat hij tot dan toe in zijn politieke leven had bekonkeld. De macht moest voortaan naar het parlement. Dat had hij altijd al gevonden, herinnerde hij zich ineens. Willem II ging kunst verzamelen maar ging er nagenoeg failliet aan. Het koninklijk huis verkocht noodgedwongen bijna het hele spul. Na de bekering van Mark Rutte kan die wellicht ook ceremonieel verzamelaar worden; van achterhaalde ideeën. Die collectie kan dan later in de ramsj, of beter nog, aan de straat.

Voorzienigheid

Ik zag hoe Trump en dame naar de helikopter liepen om even later per Air Force One uit het zicht te verdwijnen. Ze zetten tijdens zijn afgang Frank Sinatra voor hem op. Maar het lied dat in mijn hoofd zat werd in 1964 met een vooruitziende blik door Lennon & Mccartney op de LP Beatles for Sale gezet. Zij zongen:
Ik wil het feest niet bederven dus ik ga weg
Ik wil mijn teleurstelling al helemaal niet laten zien
Hier heb ik niks meer te zoeken dus ik verdwijn
(…) wat is er toch mis gegaan?

Arme man toch.

Gouden kalf

De zelfverklaarde godheid van de Forumkerk kwakkelde al een tijdje maar gaf er op een zekere dag toch de brui aan. Waar die andere God nog een paar dagen nodig had voor zijn wederopstanding, poogde de Verlosser van Forum de klus in één dag te klaren. Zijn discipelen schrokken zich dood. Ze waren er nog niet klaar voor maar wel klaar mee. De Ziel van hun partij was intussen dermate bevlekt met doodzonden dat een volle aflaat, een behoorlijke bedevaart of zelfs een moedertje lief er niets meer aan konden doen. Laat de jongeren tot mij komen, desnoods digitaal, probeerde de gevallen aartsengel nog, maar de volgelingen kennen geen absolutie. Wij staan erbij en kijken ernaar. De volgelingen vinden wel weer een ander gouden kalf.

Van je familie moet je het hebben

Negen wijzen hebben drie jaar gestudeerd op weer een nieuwe vertaling van de bijbel. Of het een katholieke of een protestantse variant betrof, werd mij niet duidelijk maar dat maakt nogal wat uit. Hoe dan ook komen er in de Nieuwe Bijbel 3500 wijzigingen. Hier en daar wordt het (?) Geloof wat draaglijker. Neem Exodus 20:5. Hierin laat God kinderen van ouders die ‘andere goden naast mij vereren’ boeten tot in het vierde geslacht. Maar dat verandert dus. Een beetje maar, maar toch.

Religieus vreemdgaan was en blijft verboden natuurlijk, alleen is nu de strafmaat aangepast. Was het eerst zo dat zo’n schuinsmarcheerder tot in de vierde generatie boete moest doen, zoiets dus als vier keer levenslang, nu kunnen hij en zijn nazaten, tot en met zijn achterkleinkinderen ter verantwoording worden geroepen. Wat daarvan ook de consequentie moge zijn. Leuk voor die nazaten. Van je familie, in dit geval je overgrootvader, zijn vrouw of van beiden, moet je het maar hebben. Hadden ze niet beter alles kunnen afrekenen met de vreemdgangers zelve? Een kerkelijke reclassering, voorheen de inquisitie, had  er meteen korte metten mee gemaakt. Meteen afrekenen. Misschien iets voor een volgende, nog iets minder haatdragende editie.

Koninklijke subsidie

Iemand van de Koninklijke Horeca Nederland kwam met het lumineuze idee om studenten die niet in quarantaine willen, te gaan belonen als ze zich toch voor een dag of tien opsluiten in hun studentenhuis. Een mooie bijverdienste voor die stamgasten natuurlijk en misschien kan er ook drank thuisbezorgd worden, dan verdient het studentencafé de beloning ook weer terug.
Dat de Koninklijke Horeca in een voortdurende staat van beneveling verkeert, snap ik wel. Dat de branchegenoten dan wartaal gaan uitslaan, is ook verklaarbaar. Maar nu hebben de Koninklijke kroegbazen vermoedelijk te diep in het eigen glaasje gekeken en is de kennelijke staat, kennelijk boven het toegestane maximum uitgestegen
Als de Koninklijke horecaffers er nóg een rondje tegenaan gooien, komen ze ongetwijfeld met het plan dat iedereen die noodgedwongen iets doet waar hij helemaal geen zin in heeft, kan rekenen op een subsidietje van Horeca Nederland. Voortaan dan maar zonder het predicaat Koninklijk, zou ik zeggen.