John van Zuijlen.nl

Weinig echte helden in Osse zeeliedenbuurt

Er is dezer dagen discussie over historische figuren die geëerd zijn met een standbeeld, een straatnaam of waarnaar een instelling genoemd is. Sommigen helden van weleer zijn niet zo onberispelijk als werd gedacht toen zij op een voetstuk werden geplaatst. En zo wil een Rotterdams kunstcentrum niet meer genoemd worden naar de gewelddadige zeeheld Witte de With (martelingen, moordtochten). In Den Haag staat bij het Mauritshuis de eerste bewoner Johan Maurits van Nassau-Siegen ter discussie. Hij was verbonden aan de West-Indische Compagnie (slavenhandel) en ondanks zijn vele verdiensten is hij nu bij sommigen in ongenade gevallen. Jan Pieterszoon Coen, de stichter van Batavia die ook de dood van duizenden inwoners van de Banda Eilanden op zijn geweten heeft, staat al langer ter discussie. Zijn standbeeld in Hoorn mocht blijven, al staan nu naast zijn weldaden nu ook zijn wandaden op de sokkel.

Gelukkig is in Oss een dergelijke discussie niet losgebarsten. Stel je voor dat iemand alle straatnamen in de zeeheldenwijk op de korrel wil nemen. Al die vernoemde zeventiende-eeuwse vlootvoogden waren immers, als je het nader beschouwd, af en toe ook behoorlijk fout. Althans in onze ogen. Als iemand dat wil benadrukken kan hij rustig zijn gang gaan, daarvoor vervullen die straatnamen dan een mooie signaalfunctie. Weg hoeven ze daarvoor niet. Maar interessanter is de vraag waarom Oss die zeventiende-eeuwse marinemensen in het zonnetje heeft gezet door er een hele wijk naar te noemen. Is er in Oss destijds dan zo’n verering geweest voor deze houdegens van weleer? Het antwoord is: nee.

Geen bloemen- en plantennamen
In het Oss van de naoorlogse wederopbouw werd de wijk Moleneind een van de uitbreidingen. De keuze om de straten naar zeehelden te noemen had geen speciale reden. Als er geen historische relaties in de straatnaamgeving gelegd konden worden, kwamen de componisten, de staatslieden, beroepen, dieren, gereedschappen, het Oranjehuis en bloemen en planten aan de beurt. Voor dat laatste werd gekozen toen in de jaren twintig de Kortfoort werd aangelegd. Veel Ossenaren vonden die bloemen- en plantenstraten maar niks. Eén van hen was stadarchivaris Jan Cunen. Hij had in 1936 op verzoek van het gemeentebestuur alle Osse straatnamen grondig onder de loep genomen en is de geestelijke vader van het besluit van 7 mei 1936 waarbij alle Osse straatnamen nog eens officieel werden vastgesteld. Cunen liet zich bij zijn revisie sterk leiden door de Osse geschiedenis. Maar de historisch namen waren rond 1950 klaarblijkelijk op, waardoor de gemeenteraad voor het Moleneind zijn toevlucht nam tot zeehelden. In die zeeheldenbuurt herleven sedertdien de Gouden Eeuw en de heldendaden op zee. De straatnamen werd door de raad vastgesteld in mei 1951 en oktober 1954. Enkele nog rond 1965. In eigentijdse ogen is het een bloeddorstig gezelschap. De grootheid van de Republiek werd door de tegenstanders duur betaald. Inmiddels wekt niet alles meer onze bewondering. Beter dus niet meer spreken van een zeeheldenbuurt maar van een zeeliedenbuurt, hoewel de niet-zeventiende-eeuwers Jan van Speyk (‘dan maar de lucht in’) en Karel Doorman ons nationale gevoel nog wel op een positieve manier kunnen voeden.

(Eerder gepubliceerd in Babants Dagblad, 24 januari 2018)