John van Zuijlen.nl

‘Alles wat lelijk is in Oss moet het veld ruimen’

Terwijl aan de ene kant de Provincie Noord-Brabant campagne voert om de lelijkste plekken van Brabant weg te werken, hebben afgelopen vrijdag veertig Brabantse wethouders unaniem besloten Welstandszorg Noord-Brabant op te heffen. Dat aanpakken van lelijke plekken wordt dus, als je niet oppast, dweilen met de kraan open. Waar ‘redelijke eisen van welstand’ ontbreken, slaat immers nieuwe verloedering toe. Nu kennen we al langere tijd de zogenaamde welstandsvrije zones waar geen regel de lelijkheid beteugelt, maar het opheffen van de provinciaal werkende welstandsorganisatie lijkt weer een nieuwe stap naar minder toezicht. Nu ook op ander plekken dan industrieterreinen of gebieden langs snelwegen die vanwege hun lelijkheid mogen doorgaan voor het ultieme zwaktebod van de stadsontwikkeling.

Er zal natuurlijk wel altijd gesteggel blijven over wat ‘mooi’ is. Ondanks de deskundige Osse welstandscommissie heeft de gemeente Oss toch de Spoorlaan genomineerd als ‘lelijkste plek’. Al kan er in Oss wel wat meer op de schop, het is toch lovenswaardig dat het gemeentebestuur nog steeds zo fanatiek ten strijde trekt tegen de lokale lelijkheid. Nog steeds, want dat deed het zestig jaar geleden ook al.

Met de naoorlogse wederopbouw in volle gang moest er volgens het gemeentebestuur van toen serieus worden nagedacht over ‘plannen ter verfraaiing van Oss’. Al wat lelijk was diende het veld te ruimen, verwoorde het Dagblad voor Oss en Omstreken de ferme opstelling van ‘ons vooruitstrevend gemeentebestuur’. Zo’n ontsierende plek in de stad was toen de oud-ijzerhandel van de firma Hes en Zn. vlak bij het Bergossterrein, op de hoek van de Goudmijnstraat.

Al langere tijd was die ‘oudroest hoop’, waar ook huiden werden geprepareerd en vodden werden verwerkt, een doorn in het oog, dus startte de gemeente in 1948 onderhandelingen om Hes weg te krijgen. Er waren al verschillende mooie plannen bedacht. Sommigen zagen daar een nieuwe hervormde kerk verrijzen, anderen een ‘flink winkelplein’. Maar de onderhandelingen strandden en Hess verliet die plek pas in 1970 na onteigening. De ‘ons vooruitstrevend gemeentebestuur’ liet het terrein vervolgens tien jaar braak liggen. De daar geparkeerde auto’s gaven aan hoe groot de ‘welstand’ van Oss was.