John van Zuijlen.nl

Verminderde criminaliteit: zijn de boeven bang geworen?

Als het aantal inbraken en autokraken daalt, is dat dan de verdienste van de politie of waren dan de boeven niet in vorm? Misschien gingen die juist iets anders misdrijven of zou er bij hen toch een zekere angst bestaan, in de kraag gepakt te worden? Wie zal het zeggen? De politie schrijft de verminderde criminaliteit over 2008 in ieder geval op eigen conto en was zeer tevreden over de ‘goede resultaten’ die vorige week werden gepresenteerd. Inderdaad minder criminaliteit en de politie is goed bezig maar zijn Oss en omliggende plaatsen nu veilig te noemen? Er zijn toch altijd nog 799 mensen hun fiets kwijt geraakt en bij 448 woningen werd een inbraak gepleegd. Minder dan vorig jaar, maar veilig?

Politiestatistieken zijn leuk om te lezen maar moeilijk om goed te interpreteren. Nemen we de actie ‘Zonder pardon op de bon’ die de Osse politie in 1955 hield. Er werd toen bijzonder gelet op fietsers die reden zonder licht. In één avond bekeurden agenten toen 140 Ossenaren wegens het rijden zonder (achter)licht. Mooie cijfers voor het jaarverslag maar is de Osse fietser sedertdien beter zichtbaar? Nog een voorbeeld. In 1992 kregen in één week 539 Ossenaren een ‘prent’ wegens fietsen in het voetgangersgebied. Was dat omdat er zoveel wandelaars van de sokken werden gereden en werd dat in 1993 beter?

Toch geven de politiecijfers in ieder geval een aardig beeld van de tijd. Tachtig jaar geleden bleek de meest beboete overtreding nog de schending van de leerplicht. In 1928 waren daarvoor 216 bekeuringen uitgeschreven. Is dat veel? Het zijn er in ieder geval meer dan in 1924 toen er slechts 138 spijbelaars werden beboet. Is de spijbelaar dommer geworden, de politie slimmer? Om dit soort cijfers te kunnen interpreteren is meer achtergrondinformatie vereist.

Maar ze blijven, ook onzer context, interessant. Oss met zijn destijds zo crimineel imago schreef in de politiestatistiek van 1924 vijf overtredingen van de wapenwet en in 1928 slechts één. We zijn goed bezig, had corpschef P.H. van Kempen toen bij de presentatie van zijn jaarcijfers kunnen beweren. Maar dat staat niet in de annalen, wel dat deze ‘dikke Van Kempen’ zo omvangrijk was dat hij niet door het Gengske kon (nu de Passage). Dat is echter geen statistiek maar gniffelende volksoverlevering.