John van Zuijlen.nl

Met geld en mooie woorden wilde de raad wel vluchtelingen opnemen

Toen geen Nederlander nog via zijn telefoon in open verbinding stond met de rest van het land om zijn genoegen of ongenoegen, gepast of ongepast te uiten over welk onderwerp ook, werden er zonder veel commotie, ruim 400.000 vluchtelingen opgevangen in Brabant. Ze werden in eerste instantie ondergebracht in 176 gemeenten. Achtduizend particulieren boden aan vluchtelingen in huis te nemen. Die kwamen uit België en waren gevlucht voor het oorlogsgeweld van de Eerste Wereldoorlog. Hun vlucht naar Nederland, honderd jaar geleden,  zouden we tegenwoordig ‘opvang in de regio’ noemen.

De honderdduizenden vluchtende Belgen kwamen na de Duitse inname van Antwerpen begin oktober 1914, aanvankelijk vooral terecht in Zeeland en West-Brabant. Ze werden ondergebracht in kloosters, scholen en bij particulieren. Maar ook in Den Bosch lag de ‘concertzaal’ aan de Parade ‘vol vluchtelingen’. Er was een grote opvang in Hontenisse bij Hulst in Zeeuws Vlaanderen waar 15.000 vluchtelingen huisden. Maar daar waren de  omstandigheden zo slecht dat het in allerijl opgerichte ‘Comité tot steun aan Belgische (en andere) Slachtoffers van den Oorlog’ plannen maakte voor een aantal grootschalige opvanglocaties die vooral geen ‘kampen’ mochten heten maar ‘vluchtoorden’ of ‘Belgendorpen’ genoemd werden. Een ervan kwam in Uden waar tussen 1915 en 1919 ruim 7.000 Belgen hebben gewoond. Daarnaast vond een heel klein aantal onderdak in  omliggende plaatsen. Zo ving Zeeland zeven ‘arme vluchtelingen’ op, bood Reek huisvesting aan één Belg, zaten er twee in Geffen en 11 in Oss. Veel vluchtelingen waren na een maand weliswaar weer naar huis gegaan maar er bleven er altijd nog ruim 80.000 over.

Het Udense Belgendorp, dat overigens vrijwel in Zeeland lag, werd in recordtijd uit de grond gestampt, ondanks dat de bevolking en de gemeenteraad van Uden zo’n mega-opvang helemaal niet zagen zitten. Er woonden zo’n 5.500 mensen in Uden en dan zou er een dorp verrijzen voor 10.000 vluchtelingen? De gemeenteraad zette de hakken in het zand toen burgemeester M. Thyssen met zijn plan kwam voor een humanitaire hulpoperatie. En het argument dat het vluchtoord economische voordelen zou opleveren,  bracht daarin geen verandering. Maar toen voorzitter De Ruys van Beerenbrouck van het landelijk Comité in een besloten vergadering het hele plan nog eens doornam met de raad en beveiliging beloofde die incidenten zouden uitsluiten en veel geld, ging de raad akkoord.  En zo arriveerden er binnen een maand zo’n 300 vluchtelingen per dag met de trein in Uden.

Achteraf is alles prima verlopen. De middenstand in Uden en Zeeland heeft er, zoals de burgemeester verwachtte, veel voordeel van gehad, zoals ook de melkfabrieken in deze plaatsen. Zelfs de incidenten bleven binnen de perken. Enkele Belgen werden bekeurd wegens openbare dronkenschap, er waren soms vechtpartijtjes met Belgen tijdens de Udense kermis en een paar jongens werden opgepakt omdat ze in Den Bosch in een kerk een offerblok gelicht hadden. In het vluchtoord zelf werd ooit een ‘fanatiek kliekje’ dat de baas zou spelen, aangepakt. En de pastoor wist korte metten te maken met ‘enkele naaktzwemmers’. Het leek wel een ‘normale’ samenleving.

Toen het vrede werd gingen de Belgen weer naar huis. En zo zal het ook wel gaan met de huidige vluchtelingen die, als er in Syrië geen steen meer op de andere staat, hun land weer gaan opbouwen. En wie weet zullen we ze dan nog missen.

Eerder gepubliceerd in het Brabants Dagblad, 6 oktober 2015