John van Zuijlen.nl

Lodewijk Napoleon in Noordoost Brabant

In 1809 bezoekt koning Lodewijk Napoleon de Brabantse Maaskant en lost en passant de kerkproblemen op in Lith. Volgende maand verschijnt er een boek over de rondreis die koning Lodewijk Napoleon in april en mei 1809 ondernam door Zeeland en Brabant. In Noordoost Brabant bezocht hij Nistelrode, Overlangel, Neerloon, Ravenstein, Demen, Megen, Oijen, Lithoijen, Lith en Maren-Kessel, Die koninklijk rondreis moet een heel spektakel geweest zijn. Lodewijk verplaatste zich in een gele koets die was bespannen met zes paarden. Maar zijn gevolg heeft ongetwijfeld ook de nodige aandacht getrokken. Ministers reden er mee en staatsecretarissen, allemaal te paard, net als de hoge ambtenaren, de kwartiermakers en de meerijzen doktoren. Een regiment huzaren zorgde voor de bewaking van de rondreizende regering. In Ravenstein heeft het gezelschap overnacht. De koning sliep bij de schout, mr. H.J. Kleinefeld. De volgende dag bezocht hij Megen en daarop ging hij door naar de Maasdorpen waar hij een probleem aantrof met betrekking tot het kerkgebouw.

In Lith was de oude katholieke kerk sedert 1671 in protestantse handen gekomen. De katholieken bouwden daarop een schuurkerk en een pastorie. In 1800 kregen de bijna duizend Lithse katholieken hun kerk weer terug (zoals ook elders gebeurde) maar de kerk bleek inmiddels veel te klein. Omdat er maar zo’n zestig Hervormden in Lith woonden was de kerk rond 1700 verbouwd en gedeeltelijk door de gemeente in gebruik genomen als raadkamer, archief. en stalling van de brandspuit. De katholieken bleven in 1800 zodoende van hun schuurkerk gebruik maken en de oude katholiek kerk bleef drie jaar leeg staan tot in 1803 de hervormden hem huurden van de katholieken.

Maar in 1808 wilde het gemeentebestuur de raadkamer vergroten omdat die slechts plaats bood aan acht personen en omdat het archief van de gemeente ook sterk was uitgedijd. De uitbreiding zou ten kosten gaan van de kerk waardoor die zelfs voor de 83 Lithse protestanten (en 26 uit Lithoijen en 16 uit Kessel) te klein zou zijn. Lodewijk Napoleon loste het probleem uiteindelijk met subsidie op. De katholieken zouden hun kerk overdragen aan de protestanten en nog 300 gulden bijbetalen. Zij zouden op hun beurt 1400 gulden krijgen. De gemeente mocht gratis de raadkamer vergroten en benutte daarvoor de plaats waar ooit het orgel stond. En zo was in Lith iedereen tevreden. De koning had goed werk verricht.