John van Zuijlen.nl

Hoofdstuk 4: Nederland in de Tweede Wereldoorlog

Samenvatting van het onderwerp Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog uit hoofdstuk 4. Ook te downloaden als PDF-bestand. Of lees hier de tekst.

In augustus 1939 kondigde de Nederlandse regering de mobilisatie af. Dat wil zeggen dat veel mannen zich op kazernes moesten melden. Er was een grote oorlogsdreiging. Toch geloofde de Nederlandse regering nog dat het land neutraal kon blijven, net als in de Eerste Wereldoorlog.

Op 10 mei 1940 vielen Duitse troepen op drie plaatsen ons land binnen. Na het bombardement op Rotterdam en de dreiging van de Duitsers om nog meer steden te bombarderen (Utrecht, Den Haag, Amsterdam) gaf Nederland zich over. Koningin Wilhelmina vluchtte met haar gezin naar Engeland.

De Duitsers bezette Nederland en namen het bestuur over. Al gauw werden alle politiek partijen verboden, behalve de NSB. De pers mocht niet meer schrijven wat ze wilde, maar ook kunstenaars en schrijvers moesten doen wat de Duisters zeiden. Ook het onderwijs. Ze kregen allemaal te maken met de gelijkschakeling: dat is dat alle mensen en organisaties nationaal-socialistisch moesten worden. Sommige kranten en universiteiten wilden dit niet en hielden er mee op of sloten hun deuren.

De mensen kregen allemaal een persoonsbewijs (een identiteitskaart) dat je altijd bij je moest hebben en moest kunnen laten zien. Als je joods was stond daar een J op. Joden konden er dus altijd gemakkelijk uitgepikt worden, bijvoorbeeld bij razzia’s. Dan werden stukken van een buurt of een aantal straten afgezet en werd iedereen in dar gebied gecontroleerd. Wie geen persoonsbewijs had of Joods was, werd gearresteerd. Om uit handen van de Duitsers te blijven gingen veel mensen onderduiken. Ze verstopten zich bij boeren op het platteland of bij kennissen in kelders of zolders. De bekendste onderduikfamilie was de familie van Anne Frank.

In de loop van de oorlog ontstond een tekort aan voedsel, brandstof en kleding. Er werden bonnen gemaakt om al deze producten eerlijk onder de bevolking te verdelen.

In september 1944 begon de bevrijding van Nederland. De eerste plaats die bevrijd werd was Maastricht. Een belangrijke militaire bevrijdingsactie van Engelse en Amerikaanse legers lipe via Brabant. Dit was de Operatie Market Garden. Het was de bedoeling de vijf bruggen over de grote rivieren in handen te krijgen en dan door te stoten naar Noord-Nederland. Omdat de de brug over de Rijn bij Arnhem niet kon worden veroverd (‘Een brug te ver’) bleef de bevrijding steken. In oktober 1944 was wel het zuiden bevrijd, maar niet het noorden. Eer volgde een zeer strenge winter en in het noorden was een groot tekort aan voedsel: de Hongerwinter brak uit. Er kwam 20.000 mensen om van de honger.

In het voorjaar van 1945 werd Oost-Nederland bevrijd. Op 5 mei 1945 gaven de Duitsers zich over (in Wageningen)en was heel Nederland weer vrij.

Belangrijke begrippen:
Zie hierboven in de tekst en op blz. 80

Gelijkschakeling
Hongerwinter
Razzia